Leidingmarkering is een visueel communicatiemiddel om (gevaarlijke) stoffen in leidingen aan te geven.
Leidingmarkering wordt eerst en vooral toegepast om gevaarlijke stoffen in leidingen aan te duiden waardoor incidenten voorkomen kunnen worden. Daarnaast kunnen niet -gevaarlijke stoffen zoals utiliteit systemen (lucht, stoom, water, etc.) in eenzelfde stijl worden gemarkeerd. Door zowel gevaarlijke als niet-gevaarlijke producten te markeren wordt het hele proces duidelijk en daardoor inzichtelijk. Door het markeren van leidingen wordt alle twijfel weggenomen en worden ongelukken vermeden. Immers óók onder druk staande stoom- of luchtleidingen brengen gevaren met zich mee.
Leidingmarkering dient steeds aangebracht te worden op plaatsen die relevant zijn bij het voorkomen van risico’s, of voor onderhoudswerken.
Ze kunnen bv geplaatst worden aan het begin of het einde van een leiding, bij aftakkingen, …
Tevens dienen ze steeds op een regelmatige afstand van elkaar en in de looprichting van de inhoud aangebracht te worden.
Als er een richtingswijziging is van de stroomrichting dient ook dit gemarkeerd te worden.
Leidingmarkering dient steeds aangebracht te worden op plaatsen die relevant zijn bij het voorkomen van risico’s, of voor onderhoudswerken.
Ze kunnen bv geplaatst worden aan het begin of het einde van een leiding, bij aftakkingen, …
Tevens dienen ze steeds op een regelmatige afstand van elkaar en in de looprichting van de inhoud aangebracht te worden.
Als er een richtingswijziging is van de stroomrichting dient ook dit gemarkeerd te worden.
Elke werkgever is volgens de wet verlicht om leidingen die gevaarlijke stoffen vervoeren te identificeren. In de meeste gevallen wordt er gewerkt volgens de internationale ISO20560 norm. ISO 20560 vervangt in België de NBN 69 norm.
Dankzij deze nieuwe norm zullen internationaal alle leidingmerkers gestandaardiseerd worden.
Op 28 november 2008 heeft de Europese Raad de GHS-verordening aangenomen. De publicatie volgde op 31 december 2008 wat betekent dat GHS nu per 21 januari 2009 kan worden toegepast.
GHS labels -Het wereldwijd geharmoniseerd systeem van classificatie en labeling chemische stoffen deelt chemische stoffen naar gevarentype in en stelt geharmoniseerde elementen voor gevarencommunicatie voor, inclusief labels en veiligheidsdatabladen. Het stelt zich tot doel dat informatie over fysieke gevaren en toxiciteit van chemicaliën voorhanden is en zo voor een grotere bescherming van menselijke gezondheid en het milieu te zorgen tijdens de behandeling, het transport en het gebruik van deze chemische stoffen. De GHS legt ook een basis voor de harmonisatie van regels en regelgeving voor chemische stoffen op nationaal, regionaal en internationaal gebied, een belangrijke factor voor de handelsbevordering.
Het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (ADR) is een bevoegdheid van de Vlaamse overheid. ADR staat voor ‘L’Accord relatif au transport international de marchandises Dangereuses par Route’. Dat ADR-verdrag is omgezet in een Europese richtlijn en is van toepassing op alle vervoer op het grondgebied van de lidstaten van de Europese Unie.
Volgens het ADR moeten gevaarlijke stoffen en goederen ingedeeld worden op basis van hun gevaarseigenschappen. Deze indeling vormt de basis voor de vervoersvoorwaarden. De criteria voor de ADR-indeling zijn gebaseerd op het Globally Harmonised System of Classification and Labelling of Chemicals (GHS). De criteria van het GHS worden niet alleen gebruikt voor vervoer, maar ook voor productie, opslag en gebruik.
De grootte van de labels met pictogram en de noodzakelijke veiligheidszinnen blijven gelijk als in de huidige CLP-regelgeving.